Tussen overvloed en eenvoud: Wie is werkelijk rijk?

 


Wie is er rijk? Vroeg ik me af, terwijl ik richting de supermarkt reed in Nederland. Zijn Nederlanders nu rijk of zijn Papoeaas nu rijk? De Nederlander die een warm/droog huis heeft met een koelkast vol spullen, een auto voor de deur en een fiets in de schuur. Of de Papoeaas, met een lekkend dak, een huis vol met familieleden(oma’s/opa’s, neven, nichten, kinderen, kleinkinderen ect.), elke dag afhankelijk van wat het land geeft en of het geld van anderen wat gedeeld wordt met hun? Wie zijn er nu tevredener en blijer? Wie is er dankbaarder? Wie is daadwerkelijk rijker?

 

Na de supermarkt gaan in Nederland, is iets wat ik meestal de eerste weken niet durf. Ik moet erg wennen aan hoe “georganiseerd” Nederland is. Een bezoek aan de supermarkt is iets, wat ik zo lang mogelijk probeer uit te stellen. Maar uiteindelijk is het zo ver, en moet ik toch die supermarkt bezoeken.


Ik voel me overweldigd door de keuzemogelijkheden die er gepresenteerd worden. ‘Wouh, ze hebben croissant en deze week is mijn man jarig, laat ik dat eens meenemen….’ denk ik. ‘Maar hoe maak ik de zak dicht? Moet ik het ook afwegen? Hoe gaat dat hier in Nederland? Ik heb geen idee… Laat ik het eens aan iemand vragen denk ik.’ “Ik heb ook geen idee, zegt een heel reformatorisch uitziende Nederlander?” ‘Sorry, ik kom hier niet vandaan ook al zie ik er erg Nederlands uit, kunt u me alstublieft helpen?’ Maar zoals het in Nederland gaat, is dat iets wat ik zelf maar uit moet zoeken.

 

Ik loop verder de winkel door. In Papua hebben we geen vleeswaren, een enkele keer hebben ze ham of spek. Dan koop ik er meestal een flinke voorraad van, zodat we in het weekend of een tosti kunnen maken met ham-kaas of een gebakken spek op de boterham kunnen doen. Dan kom ik hier bij het vleeswaren vak: drie vierkante meter aan vleeswaren waaruit ik kan kiezen! Voorbij komt er iemand die loopt te mopperen; want die vleeswaren en dat merk was er niet. Ik slik mijn tranen weg…. ‘Veel hebben, maakt dus dat je ondankbaar wordt. Je ziet niet meer de rijkdom die je hebt, maar wilt alsmaar meer en meer…’ Is een gedachte die door mijn hoofd flitst.

 

Ik vervolg mijn weg door de winkel en kom bij het vak met crackers. In Indonesië heb ik inmiddels de crackers gevonden die ons gezin lekker vindt. Laten die nou eens niet bij de cracker voorraad staan in Nederland. Wat ik wel zie, is één vierkante meter aan keuze mogelijkheid uit crackers. Wil ik nu die goedkope? Of die dure? Die met volkoren of andere smaak? Dit keer kan ik niet voorkomen dat de tranen over mijn wangen stromen. Ik pak snel een pak crackers en haast me naar de uitgang. Ik knik nog een enkele keer vriendelijk naar de mensen die ik tegenkom.


Wat zijn Nederlanders rijk. Maar zijn hun ogen geopend voor hun rijkdom? Zijn ze dankbaar? Zijn ze tevreden? Zijn ze blij dat God hun zo gezegend heeft?


Ik denk aan mijn Papoease vriendin. Haar hoofdmaaltijd bestaat uit rijst. Een enkele keer kan ze het zich veroorloven om er vlees bij te kopen. Vaak is dat op de momenten dat ze bezoek krijgt en de ander wil zegenen. Als het regent, dan wordt ze midden in de nacht wakker omdat haar huisje overstroomd. Ze pakt dan de bezem en maakt haar huisje schoon. Ik heb haar nog nooit horen klagen. Alleen verteld ze het me, zodat ik weet dat ze die dag wat rustiger aan doet.


Filippenzen 4: 11-13 Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft.

Terwijl ik in de auto stap, kom ik tot de conclusie dat overvloed hebben niet gelukkig maakt. Maar tekort hebben maakt ook niet gelukkig. Ik kan zeggen met Paulus dat ik geleerd heb om onder alle omstandigheden gelukkig te zijn. Of ik nu honger leed of overvloed heb. God is goed voor mij. God heeft mij uitermate gezegend. Hij heeft mij gezegend met de mogelijkheid om te groeien in beide culturen. Hij heeft me gezegend in Papua, maar ook hier in Nederland. God is goed! En Zijn goedheid is oneindig!

 

Om nog even terug te komen op mijn vraag: wie is er nu rijker? De Nederlander? Of de Papoeaas? Wat denkt u?  


Reacties

Een reactie posten