Terwijl ik deze
blog schrijf is het Ramadam hier. Het mooie is dat het grootste gedeelte van
Papua overwegend christelijk is. Papua hoort bij Indonesië. Indonesië heeft 4
grote religies. Islam, christendom, hindoeïsme en boeddhisme. Daarnaast heeft
elke eigen eiland en elke eigen bevolkingsgroep zijn eigen rituelen en
vooroudervereringen. Omdat Indonesië zo’n groot land is, wordt er rekening
gehouden met elke religie. Zo hebben we een vrije dag op idul fitri(het
suikerfeest van de moslims), maar ook op hemelvaart en kerst(christenen) en ook
op speciale dagen voor hindoeïsme en boeddhisme. Terwijl ik dit aan het
schrijven ben, is de ramadammaand voor de moslims aangebroken. De ramadam start
dit jaar op 28 februari en eindigt op 30 Maart.
In deze periode vasten de moslims overdag. Voordat de zon op gaat worden
ze gewekt zodat ze nog iets kunnen eten. Nadat de zon is opgekomen vasten ze.
Het hangt van de “stengheid/toewijding aan hun geloof” af of ze hun spuug
bijvoorbeeld uitspugen of gewoon doorslikken. Over het algemeen wordt er niet
gedronken of gegeten overdag. Natuurlijk zijn er uitzonderingen; bijvoorbeeld
zwangere vrouwen of zieke en oude mensen hoeven niet te vasten. Ze gebruiken
deze vasten tijd om sorry te zeggen tegen anderen, goede daden te doen, de
moskee te bezoeken, en aan Allah te vragen of hij hun wilt vergeven, vasten en
gebed. Nadat de zon onder is gegaan, zijn mensen vrij om weer te eten. Langs de
weg zie je dan allerlei standjes staan, waar mensen hun voedsel kunnen kopen.
Het valt me op,
wat een toewijding deze mensen hebben voor een god, waarmee ze geen relatie
kunnen hebben. Allah is zo groot en zo heerlijk dat het niet mogelijk is dat
hij in aanraking kan komen met mensen. Het draait voornamelijk om goed doen,
vriendelijk zijn, proberen om de balans zo positief mogelijk te laten uitslaan
naar het goede. Hun hele leven vragen ze zich af, of ze bij god mogen horen. 5x
op een dag wijden ze zich aan reiniging en gebed. Dit zijn geen persoonlijke
gebeden maar citaten uit de koran. Hun hele leven is “door hun geloof” omgeven.
Tot het moment dat ze sterven is het onzeker waar ze komen en of ze genoeg goed
gedaan hebben om bij god te mogen horen.
En wij? En ik?
Hoeveel toewijding is er bij mij te vinden? Wij mogen weten dat we door
christus, vrij toegang hebben tot de Vader(Hebreeën 10:19-23). Wij mogen weten
dat we aangenomen zijn tot kinderen van God(Galaten 4:5-7 en 1 johannes 3:1).
Wij mogen weten dat onze zonden zijn vergeven en weggedaan(1 Petrus 2:24-25,
psalm 103:8). Wij mogen in relatie met God leven. En wij mogen God aanbidden op
de manier die bij ons past. In diversiteit, misschien met handen opgeheven, misschien
dansend, misschien stil en plat op de vloer. (psalm 95:5-6) En hoeveel
toewijding heb ik voor God? Hoeveel geld geef ik voor Zijn Koninkrijk? Hoeveel
tijd neem ik dagelijks voor Hem? Hoe lang durf ik te vasten? En hoe vaak op een
dag wijd ik mij in gebed? Hoe is mijn leven, leef ik voor Hem of leef ik voor
mezelf?
Deze tijd van
Ramadam is een mooie periode om ons ook te wijden in gebed en vasten. We mogen
vasten en bidden voor hen die Christus nog niet kennen. We mogen ons leven
wijden aan God. Niet omdat we moeten zorgen dat onze balans positief uitslaat.
Maar omdat God het waard is. Laten we onze lauwheid wegdoen en ons wijden aan
onze God! Hij is het waard om onze toewijding te ontvangen! Laat Zijn
Koninkrijk kome en Zijn wil worden gedaan!
Reacties
Een reactie posten